Interview: Johan Heijnsdijk

Waarschijnlijk is hij de grootste Grieks-fanaat van de hele school (Latijn mag niet vergeten
worden, maar Grieks is natuurlijk het echte werk), misschien zelfs wel van heel de regio. Eén
ding is zeker: Johan Heijnsdijk heeft plezier in het geven van Grieks bij ons op school. We
gingen langs bij meneer Heijnsdijk om hem te vragen wanneer die passie voor Grieks is
begonnen en wat er nog meer schuilgaat achter de persoon Johan Heijnsdijk.
Bij aanvang van het interview vroegen we hem hoe zijn interesse in klassieke talen is
ontstaan.
‘Ik zat op het Goese Lyceum en ik zat in een brugklas waar alle niveaus bij elkaar zaten. Ik was heel
goed in talen: Engels en Frans had ik hele hoge cijfers voor. Toen kwam mijn mentor een keer naar mij
toe en hij zei “Johan, is het Gymnasium niet iets voor jou?” “Ja… Gymnasium, wat is dan een
Gymnasium?” Ik had nog nooit van een gymnasium gehoord, ook nog nooit van Latijn en Grieks
gehoord. Wat moest ik daar nou mee met die klassieke talen? Uiteindelijk heb ik me toch om laten
praten, toch maar geprobeerd. Op die school was het zo, als het niet lukt mag je altijd nog een stapje
terug doen. Dus in de tweede klas begon het, Latijn en Grieks, en ik was verkocht, ik vond het
hartstikke leuk om te doen!’
Zodra meneer Heijnsdijk erachter kwam wat een studie klassieke talen inhield, wist hij na
één meeloopdag dat dit zijn keuze zou worden:
‘In de zesde kwam de keuze voor wat ik na de middelbare school ging doen. Wat ging ik doen? Iets
met economie? Ik had een E en M profiel. Geschiedenis? Vond ik ook wel leuk, aardrijkskunde vond ik
ook interessant. Ik had eigenlijk een hele brede interesse. Ik bezocht een aantal universiteiten en toen
kwam ik in Leiden en keek ik naar de opleiding klassieke talen. Dit bleek een hele brede opleiding te
zijn met ook archeologie, filosofie en papyrologie in. Na één meeloop dag wist ik het, het brede van
die opleiding trok mij wel.’
Zo kwam Johan Heijnsdijk dus terecht bij klassieke talen. Na even wikken en wegen besloot
hij ons te verblijden met zijn leraarschap!
‘Na vier jaar ben ik het onderwijs in gegaan, simpelweg omdat daar het meeste werk was. Ik liep hier
(het Juvenaat) stage en kreeg gelijk een betaalde baan. Ik begon de leerlingen steeds leuker te vinden
en ook de interactie met leerlingen, ze enthousiast te maken voor mijn vak. Dat vind ik toch wel het
leuke aan mijn werk, dat vuur van die klassieke talen er een beetje in krijgen.’
Nu we dus wat meer te weten waren gekomen over meneer Heijsdijks loopbaan, vroegen
we hem wat dingen over zijn dagelijks leven. Zo vertelt hij dat hij vaak naar de sportschool
gaat, en hij gooit er nog even een Latijnse uitspraak doorheen:
‘Ik sport graag, één of twee keer per week. Een beetje fit blijven, net als die oude Grieken, in de
sportschool; lichamelijk en geestelijk fit blijven. Je kan alleen maar een gezonde geest hebben in een
gezond lichaam. “Mens sana in corpore sano”. Vroeger had ik best een hekel aan gym en sporten,
maar nu merk ik dat ik veel helderder na kan denken als ik intensief gesport heb, dat ik frisser ben.’

Na een intensieve training moet er natuurlijk ook tijd zijn voor ontspanning:
‘Ik kijk graag Voetbal Inside. Het is soms heel plat en het gaat soms nergens over, maar dat heb je
soms ook wel eens nodig. Het moet niet altijd alleen maar serieus zijn. Soms laat ik hem ook wel eens
aan staan en ben ik ondertussen aan het werk. Dan werk ik en luister ik ondertussen.’

Mevrouw Veringa onderbreekt even, waarna meneer Heijnsdijk zegt:
‘Het werk gaat altijd door hè, dat vind ik wel zwaar aan een docentenbaan. Maar ik probeer er voor
mezelf wel op te letten dat ik niet te ver ga. Pas op, straks loop je jezelf voorbij en daar heeft niemand
wat aan. Ontspannen tussendoor vind ik dus heel belangrijk.’
Meneer Heijnsdijk gaat zelfs in op zijn eigen valkuilen en wat hij belangrijk vindt als docent.
‘Soms moet ik misschien wat minder mijn emoties laten gaan. Dat vind ik moeilijk, daar zit mijn
valkuil dat geef ik toe. Ik kan me echt ergeren aan bepaalde leerlingen en dat laat ik dan ook blijken.
Ik moet dat misschien wat minder doen, maar ik probeer het wel zoveel mogelijk als ik kan, om dat uit
te schakelen en het positieve erbij te halen. Ik ben heel positief, ik probeer ook het positieve in een
klas te brengen. Voor zover ik dat kan beïnvloeden. Hopelijk lukt me dat dan ook en waarderen
leerlingen dat ook. Negatieve emoties zo veel mogelijk uitschakelen en uitbannen.’
Na al deze vragen over Johan Heijnsdijk als persoon konden we het natuurlijk niet laten om
nog wat Grieks gerelateerde vragen te stellen. We begonnen met de vraag “Met welke
Griekse godheid zou u zich vergelijken?”
‘Ik voel me altijd wel verbonden met de godin Athena, godin van de wijsheid en ook een beetje godin
van de oorlog; want ik heb ook altijd wel een beetje moeten strijden. Ik ben geen hoog intellectueel
iemand, ik heb er toch altijd voor moeten werken, dus voor moeten vechten. Zeus spreekt mij ook erg
aan. Niet de buitenechtelijke avontuurtjes, maar gewoon als leraar als een soort oppergod de rest
een beetje goed te houden en een beetje op het goede pad te houden.’
Wijsheid, leiderschap… “welke (Griekse) eigenschappen vindt u nog meer bij uw karakter
passen?”
‘Dat vind ik een hele moeilijke vraag. Thumos; uit het hart iets doen, zoveel mogelijk je kennis uit je
hart te halen, niet alleen uit je verstand. De liefde voor het vak erin houden. Logos; zo logisch mogelijk
nadenken. Tot slot, als je op deze school werkt moet je ook wel een beetje andreia hebben, moed en
dapperheid om alles in goed banen te leiden, ondanks alle problemen die er soms spelen. Dit komt zo
even bij me op, er zijn wel meer dingen die ik zou kunnen zeggen. Ook negatieve hoor, ik ben absoluut
geen heilige, maar dat zijn wel drie dingen waarmee ik me kan associëren. Dat komt toch een beetje
in de buurt van die enge kernwaardes hè.’
Daarom vroegen we ook aan meneer Heijnsdijk of hij suggesties had voor nieuwe
kernwaarden. Het liefst in het Grieks natuurlijk!
‘Ik vind het belangrijk bij een school dat goed onderwijs op nummer 1 staat. Filosofia, houden van
kennis, zou er een kunnen zijn. De leerling moet centraal staan. Dat doen ze op deze school best goed;
de leerlingen zijn best mondig als ik dat vergelijk met op andere scholen. Dat is niet erg, dat is goed
als de leerling centraal staat. Leuk met elkaar omgaan, maar dat gebeurt op deze school al, wat dat
betreft is het een hele prettige school.’

Oké, dat is dus volgens meneer Heijnsdijk hoe de school nu moet zijn en ook al is. Wat zou
hij echter doen als hij moira (het lot) kon beïnvloeden?
‘Dat is een moeilijke! Sowieso dat de leerlingen die ik nu heb allemaal slagen natuurlijk. Is dat geen
mooie? Dat alle leerlingen nu een goed diploma halen en met mooie herinneringen aan het vak Grieks
of Latijn van school af gaan.’

Tot slot stelden we meneer Heijnsdijk nog één vraag over een aantal knappe vrouwen: ‘Stel u
zit morgenavond lekker op de bank naar Voetbal Inside te kijken en er wordt op uw deur geklopt. Het
zijn Doutzen Kroes, Sarah Larson en Selena Gomez met een gouden appel, aan wie zou u de gouden
appel geven?’ Het antwoord van meneer Heijnsdijk was niet oppervlakkig:
‘Ja, goh. Je zou eigenlijk de achtergrond een beetje moeten weten he. Het zijn allemaal mooie dames.
Dan zou ik toch voor Doutzen Kroes gaan.’
En met die vraag eindigden we het open interview met Johan Heijnsdijk; een man met een
passie voor klassieke talen, lesgeven en zijn leerlingen.